Op weg naar een meer gezonde(n) gemeente


Wij weten niet wat wij moeten doen, maar onze ogen zijn op U gericht (2 Kronieken 20: 12).

 

Inleiding

Met de komst van de nieuwe predikant, ds. Gerard Kansen, in september 2008 heeft wijkgemeente Diependaal een nieuwe weg ingeslagen. Een weg die mede bepaald wordt doordat 25% van de werktijd van de wijkpredikant bestemd is om de gemeente te helpen haar missionaire roeping te verstaan.[1] Om die missionaire bewustwording te stimuleren kijkt de Diependaalse kerk sinds juni 2009 in de spiegel. Vanuit het ‘Handboek Gezonde Gemeente’ van Robert Warren wordt nagedacht over vragen als: Wie zijn wij? Wat is onze kracht? Waar liggen onze zwakke plekken en blinde vlekken? En hoe kan de gemeente vanuit haar kracht naar buiten treden? In dit handboek wordt aan de hand van 7 kenmerken onderzocht in hoeverre een gemeente ‘gezond’ is.[2] Als eerste stap in dit bezinningsproces is in twee bijeenkomsten een gemeentescan gemaakt en zijn de uitkomsten daarvan geanalyseerd. Beide avonden, op 24 juni en 24 september 2009, werden door ongeveer 50 gemeenteleden bezocht. De uitkomsten van die twee ontmoetingen waren: [3]

 

  1. Als sterke punten van de gemeente kwamen uit: ten eerste het functioneren als een hechte gemeenschap (kenmerk 5 ‘leven als echte gemeenschap’). Velen zijn dankbaar voor de goede onderlinge verhoudingen en de betrokkenheid op elkaar. Als tweede sterke punt werd de open en gastvrije houding naar ‘nieuwkomers’ genoemd (kenmerk 6 ‘ruimte scheppen voor iedereen’). Het is de ervaring dat nieuwe mensen snel worden ‘gezien’ en worden opgenomen en hun plaats binnen de gemeente vinden.
  2. Als zwakke punten kwamen de volgende zaken aan het licht. Om tegemoet te komen aan het verlangen naar meer bezieling door het geloof is het nodig om het onderlinge geloofsgesprek te intensiveren (kenmerk 1 ‘bezield door geloof’). Waar in de kerkdiensten geloofsverdieping plaatsvindt, dient dat een vervolg te krijgen in het gesprek tussen de leden van de gemeente. Een tweede punt is dat de kerk op dit moment niet of nauwelijks naar buiten treedt (kenmerk twee ‘een naar buiten gerichte blik’). Binnen gebeuren mooie dingen, maar daar merken de bewoners van de wijk waarin het kerkgebouw staat weinig van. De kerstnachtdiensten en de Goede Vrijdag dienst vormen een positieve uitzondering op deze regel. Aan de uitnodigingen die voor die diensten verspreid werden, is goed gehoor gegeven en de reacties van bezoekers waren overwegend positief. [4]

 

Verdieping

Na deze bijeenkomsten heeft de kerkenraad een Gezonde Gemeente Commissie gevormd[5] die de uitkomsten van de gemeenteavonden verder heeft doordacht en voorstellen uitgewerkt om daar concrete invulling aan te geven.

Deze commissie heeft van de IZB, een missionaire organisatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland, ondersteuning gekregen. De commissie deed voorstellen die samenhangen met het eerste aandachtpunt, het mogelijk maken van het geloofsgesprek binnen de gemeente. Inmiddels zijn twee keer op zondag na een kerkdienst bijeenkomsten belegd, te weten op 29 november 2009 en 7 maart 2010. Bij deze ontmoetingen waren telkens circa 50 personen aanwezig. De eerste keer kregen deelnemers de ruimte met elkaar te spreken over de betekenis van hun persoonlijk geloof [6] en de tweede keer ging het over de vreugde en moeite van het bidden.[7]

 

Het opmaken van de balans

Hoewel het niet eenvoudig is om grote lijnen uit de bovengenoemde vier bijeenkomsten te ontdekken verdienen de volgende zaken het om mee genomen te worden in het ontwikkelen van nieuw beleid naar de toekomst toe:

 

  1. Een nieuw elan is zichtbaar. Gemeenteleden geloven in een nieuwe ‘doorstart’ van een gemeente die de afgelopen jaren geslonken is. Er groeit een nieuw bewustzijn dat na jaren van aandacht voor het behoud en het onderhoud van het kerkgebouw nu weer meer tijd en ruimte gegeven kan worden aan de basisopdracht van het evangelie: het goede nieuws van het Koninkrijk van God ontvangen en doorgeven in de kracht van de Heilige Geest.
  2. De ervaren geloofsverdieping smaakt naar meer.
  3. De getalsmatige groei van het aantal kerkgangers stemt dankbaar.
  4. Het gebed vormt de basis van het gemeente-zijn.
  5. De diensten worden bezocht door veel ouderen en de mensen die aanhaken zijn tot nu toe 50+. Continuïteit van de kerkdiensten zoals wij die nu houden voorziet blijkbaar in een groeiende behoefte. De aanpassingen zoals die nu gerealiseerd zijn voortzetten.
  6. We kunnen niet alles doen. Wat we doen moeten wij zo goed mogelijk doen.
  7. Heldere communicatie is van groot belang, zowel intern als extern.
  8. Hoe kunnen wij de kracht van de gemeente, de saamhorigheid en de gastvrijheid, aanwenden om meer naar buiten te treden?
  9. Hoe kunnen wij binnen de kerk het geloof met hoofd en hart beleven en naar buiten toe de schatten van het evangelie op een uitnodigende manier delen?
  10. Hoe kunnen wij tegelijk de ouderen respecteren en openstaan voor jongeren, jonge gezinnen en mensen die zoeken naar God?
  11. Op welk manier kunnen wij nieuwe doelgroepen zoals jongeren en jonge gezinnen, die nu niet af nauwelijks worden bereikt, aanspreken en gelegenheid geven God te leren kennen?
  12. Hoe geven wij de kerk een nieuw gezicht in de buurt? Hoe treden wij met mensen om ons heen in contact en leggen wij relaties?
  13. Hoe groot is de bereidheid om echt ruimte te scheppen voor anderen, ook als dat betekent dat er daardoor dingen gaan veranderen?

 

Doel en haalbaarheid van nieuw beleid

Bij de ontwikkeling van nieuw beleid geldt als uitgangspunt dat aan het huidige aanbod van de gemeente vooral zaken zullen worden toegevoegd. We stellen ons op het standpunt geen vertrouwde activiteiten ‘af te pakken’, maar het aanbod van de gemeente te vergroten. Daarnaast dient het ontwikkelen van nieuw beleid reëel te zijn. De keuzes die gemaakt gaan worden behoren over voldoende draagvlak te beschikken en moeten zowel qua mensen als middelen haalbaar te zijn. De kerkenraad heeft er daarom bewust voor gekozen samen met de gemeente het Gezonde Gemeente Project vorm te geven. Wij hebben elkaar nodig en iedereen telt mee. Daarnaast beseffen wij sterk een besef van eigen beperktheid: wij zijn een kleine wijkgemeente en leven in een cultuur waarin velen het geloof in God niet (meer) relevant vinden en de manier waarop de traditionele kerk dat geloof uitdraagt spreekt veel mensen al helemaal niet aan. Juist dat maakt ons afhankelijk van onze Heer Jezus Christus. Toch heeft Hij gezegd: “De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders. Vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen” (Mattheüs 9: 38). Ons gebed is dat wij die arbeiders mogen zijn en naar mensen mogen kijken als ‘de oogst’ zoals Jezus hen ziet. “Toen Hij de mensenmenigte zag voelde Hij medelijden met hen, omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzagen, als schapen zonder herder” (Mattheüs 9: 36). Op die manier mogen wij in al onze beperktheid medewerkers van God zijn en het zaad van het evangelie zaaien op de akker van de wereld en uitzien naar de beloofde oogst (1 Korinthe 3: 9).[8]

 

Voornemens

Het uitgangspunt is de gedachte dat wij de sterke punten van de gemeente kunnen inzetten om die elementen waar wij minder goed zijn vitaler en ‘gezonder’ te laten worden. Wat zou het mooi zijn als de onderlinge liefde en de ervaren gastvrijheid bouwstenen vormen om te groeien als christelijke gemeenschap en om met ‘mensen van buiten’ relaties te ontwikkelen om meer te kunnen betekenen voor de mensen om ons heen? Gezien het bovenstaande en de genoemde aandachtspunten uit noot 2 dienen wij onze aandacht te concentreren op het versterken van de kenmerken 1 en 2. Van de onderstaande voornemens dienen de eerste twee ter versterking van kenmerk 1 (‘bezieling door het geloof’) en de laatste drie van kenmerk 2 (‘naar buiten treden’)

 

1. Bevorderen van het geloofsgesprek

Viermaal per jaar op een avond of na een kerkdienst ruimte bieden het onderlinge geloofsgesprek te voeren. Bijvoorbeeld naar aanleiding van een preek of thema de verbinding leggen met het leven van elke dag, om ons te ‘trainen’ juist daar volgelingen van Jezus te zijn.

 

 

2. Gemeente Groei Groepen

Het opzetten van Gemeente Groei Groepen (GGG). Een GGG is een kleine groep die eens in de zoveel weken samenkomt bij een van de leden thuis om te groeien in geloof, getal en gemeenschap. Het voordeel van GGG is dat nieuwe mensen in de gemeente snel andere mensen leren kennen en onderlinge zorg bevorderd wordt.[9] Voor de jonge gesprekskring biedt dat de mogelijkheid een doorstart te maken als groeigroep.

 

3. Diensten met een uitnodigend karakter

Op de ingeslagen weg rond de viering van de kerstdiensten doorgaan. Mensen in de wijk gericht uitnodigen voor bepaalde diensten en die diensten zo inrichten dat het verstaanbaar en relevant is voor iedereen. De meditatieve dienst zoals die op Goede Vrijdag 2010 gehouden is, is een opsteker voor de gemeente dat ook op deze manier nieuwe doelgroepen worden bereikt. Onderzoeken van mogelijkheden om zoiets bijvoorbeeld rond Pasen of  Pinksteren te gaan doen.

 

4. Gesprek met buitenstaanders aangaan

Wij hebben de IZB gevraagd de cursus “Bezoekproject in contact” [10] te willen geven. Het is een cursus die geïnteresseerde gemeenteleden toerust om met ‘buitenstaanders’ het gesprek te kunnen aangaan over wat hen beweegt en bezighoudt. Waar bevinden zich hun verlangens, zorgen en vragen? En op welke manier geven zij hun leven zin? De cursus is niet bedoeld mensen te overtuigen van het geloof (al zouden wij daar al toe in staat zijn), maar vooral bedoeld als middel om namens de gemeente oprechte interesse te tonen voor datgene waar mensen mee  bezig zijn. De gesprekken kunnen behulpzaam zijn om in de leefwereld van de ander te kruipen. Bij dit project worden de te bezoeken personen in eerste instantie benaderd via een brief, waarin het doel wordt uitgelegd en tevens wordt aangegeven waarom de geadresseerde daarvoor is uitgenodigd. Daarna worden de mensen persoonlijk door het deelnemende gemeentelid benaderd om te vragen of ze mee willen doen en om een afspraak te maken voor een gesprek. Na afloop van de gehouden gesprekken zal terugkoppeling plaatsvinden in hoeverre de gemeente in kan spelen op de wensen en behoeften van de mensen om ons heen.

 

5. Toevoegen van een missionaire dienst

Om nieuwe doelgroepen te bereiken blijken de diensten zoals wij die nu houden niet toereikend te zijn. Om tegemoet te komen aan het verlangen om hen wel te bereiken zou een zogenaamd twee sporen beleid ontwikkeld kunnen worden met twee kerkdiensten op zondag. Een dienst zoals de gemeente die gewend is, om 10.00 uur, en een dienst voor gasten en nieuwkomers, bijvoorbeeld om 12.00 uur of aan het begin van de middag. Het voordeel hiervan is dat de hoofddienst blijft zoals die is en traditionele kerkgangers zich daar thuis blijven voelen en dat tegelijk een mogelijkheid wordt geboden ons te richten op een nieuwe doelgroep. Voor hen die zich daar niet thuisvoelen blijft de mogelijkheid van een vertrouwde eredienst.

 

Als de twee diensten kort na elkaar gehouden worden kan ook het koffiemoment tussendoor bijdragen aan de integratie tussen de bezoekers van die diensten. Zaak is van te voren goed na te denken over de te bereiken doelgroep en de wijze waarop wij hen zouden willen bereiken. Als de doelgroep jongeren en jonge gezinnen is, dienen wij aansluiting te zoeken bij hun belevingswereld, qua thema (relevant voor vandaag), taalgebruik (gewoon Nederlands), stijl (informeel), muziek (hedendaags) en participatie (gavengerichte benadering). Het is raadzaam de invoering van een tweede dienst geleidelijk aan vorm te geven op een vast te kiezen tijdstip.

Bijvoorbeeld beginnen met elke tweede en vierde zondag van de maand. Om ervoor te zorgen dat de diensten slagen dienen er voldoende mensen beschikbaar te zijn die zorgdragen voor de PR, ontvangst en koffie, muziek en nazorg. Het kiezen voor dit spoor vergt inzet en volharding en daarom lijkt het wijs na verloop van tijd een evaluatie te houden waarbij niet alleen rekening dient te worden gehouden met getallen (waren er voldoende mensen?), met een gevoel (ik vond het fijn), maar ook met de inhoud. De inhoud van de Bijbelse boodschap dient samenhang te vertonen met het beleid van de gemeente zoals dat verwoord is in de welkomstfolder van de Diependaalse kerk:

 

“De Diependaalse gemeente bevindt zich in een proces van heroriëntatie. De schatten vanuit de christelijke traditie inspireren ons en wij ontdekken daarin steeds weer nieuwe dingen. De kern van die schat is Jezus Christus, die het Koninkrijk van God nabij heeft gebracht. Als koningskinderen is het ons verlangen het stof van de ‘oude delen’ te blazen, zodat de kracht van Gods liefde voor vandaag hoorbaar, zichtbaar en merkbaar zal zijn. Ons gebed is dat de Heilige Geest de gemeente en haar leden levend en liefdevol maakt en houdt. Daarnaast bevinden wij ons als gemeente in een proces van ‘nieuwbouw’. Wij zien ernaar uit de schatten van het evangelie van Jezus Christus op een open, uitnodigende manier met anderen te delen. Bij nieuwbouw kunt u denken aan het spreken van heldere, hedendaagse taal, het gebruiken van eigentijdse vormen en middelen en een gastvrije houding vanuit de liefde voor God en mensen, binnen en buiten de gemeenschap van de kerk.”

 

Het ligt daarom naast praktische redenen voor de hand de voorganger van de vertrouwde dienst ook in tweede dienst te laten voorgaan. Hij of zij zal dan als spreker op een meer vrije, spontane en ongedwongen manier zijn of haar bijdrage leveren. Mocht de eigen predikant niet beschikbaar zijn dan zullen er gastvoorgangers gevraagd worden die duidelijke affiniteit hebben met dit soort missionaire diensten. [11] In een later stadium kan eventueel onderzocht worden in hoeverre een andere locatie dan het kerkgebouw beter geschikt is om invulling te geven aan de tweede dienst.

 

Vervolg

Het is de bedoeling bovengenoemde voornemens op de gemeenteavond van 25 mei 2010 te presenteren. De leden van de gemeente hebben bij de uitnodiging ter voorbereiding op die avond de nota ‘Op weg naar een meer gezonde(n) gemeente’ ontvangen. Het eerste deel van de avond zal ‘Voor hen, een film met een missie’ worden getoond. Deze DVD, die is uitgegeven door het missionaire team van de PKN, bestaat uit herkenbare verhalen van gewone gelovigen en vier deskundigen. Het is een reëel verhaal met verwachting dat de kerk ook in deze tijd en cultuur kansen heeft om mensen te bezielen én te bereiken met de beloften en woorden van God. Daarna is ruimschoots gelegenheid  bovengenoemde vijf voornemens met elkaar te bespreken.

 

Tenslotte

Dit stuk is geschreven en besproken in de overtuiging dat de Heer van de kerk het werk van zijn hand niet loslaat. Hij roept ons op Hem te volgen en daagt ons net als Petrus uit onze voeten op het water te zetten (Mattheüs 14: 22 – 32). Dat vraagt geloof, want vooraf weten wij niet of het water ons ‘draagt’. Maar als de Goede Meester ons als gemeente roept nieuwe wegen in te slaan, mogen wij gaan, hoe eng dat ook is. Immers, behoort het niet aan de gemeente van Jezus Christus eigen te zijn zich voortdurend te bezinnen op het doel van haar bestaan? Zo blijven wij in het spoor van Jezus Christus gaan. Hij is gekomen om mensen ‘van overal’ welkom te heten in zijn Koninkrijk (Mattheüs 28: 18-20). Laten wij blijven bidden om de Heilige Geest om zó kerk te zijn in Hilversum.

 

Hilversum, 20 april 2010

 

 

Namens de kerkenraad van de Diependaalse kerk,

Han Monsees, scriba

ds. Gerard Kansen, preses

 

 


[1] ‘Met het beroepen van ds. Gerard Kansen is een nieuwe weg ingeslagen om als kerk meer naar buiten te treden om het goede nieuws van Jezus Christus met elkaar en anderen te delen. Wij zijn in bespreking met landelijke organen om het mogelijk te maken dat de predikant de overige 25% van zijn werktijd als missionair predikant werkzaam kan blijven. Vooralsnog financiert de stichting dit deel van het salaris van de predikant van de Diependaalse gemeente’ (citaat uit de nota ‘Financiering van de Diependaalse kerk te Hilversum’).

 

[2] De 7 kenmerken van een gezonde gemeente zijn:

1. Bezield door geloof. Er is een levend besef van de aanwezigheid, de goedheid en de liefde van God.

2. Een naar buiten gerichte blik. De gemeente bekommert zich niet primair om haar eigen voortbestaan, maar zoekt naar wegen voor haar omgeving van betekenis te zijn.

3. Op zoek naar Gods wil. De gemeente staat open voor de leiding van de Geest in plaats van het “iedereen naar de zin te willen maken”.

4. De kosten van verandering en groei onder ogen zien en durven opbrengen. De gemeente erkent de problemen die verandering met zich mee kunnen brengen, maar laat zich daar niet door afschrikken.

5. Leven als een echte gemeenschap. De gemeente is een gemeenschap waar mensen zich aanvaard weten en geholpen worden te groeien in hun geloof in God en in hun zorg voor elkaar.

6. Ruimte scheppen voor iedereen. De gemeente is gastvrij en gedraagt zich zo dat anderen zich welkom voelen.

7. Beperkt zich tot een paar taken en doet die goed. De gemeente doet niet meer dan zij kan, maar wat zij doet heeft kwaliteit.

 

[3] Aandachtspunten, zoals de gemeenteleden die aangegeven hebben (tussen haakjes aantal keren genoemd):

a. Richten op jongeren, hierbij de mogelijkheden onderzoeken hoe de kinderen en jongeren te betrekken bij de kerk (8x).

b. De kerk zichtbaar en bekend maken in de wijk, waarbij wij ons o.a. richten op buitenkerkelijken en onderzoeken waar in de wijk behoefte aan is (7x).

c. Voeden van het geloof in Christus: mensen helpen te groeien in hun geloof  en dat met anderen te delen (6x).

d. Ingaan op menselijke behoeften en noden door liefdevolle dienstbaarheid (5x).

e. Roeping: op verkenning gaan om te ontdekken wat God van en met ons wil in het hier en nu (5x).

f. Durven te veranderen, ook in de liturgie, om zo toegankelijker te worden voor een breder publiek (5x).

 

[4] Voor de kerstdiensten zijn 2500 kerstkaarten rond de kerk verspreid. Het thema van 2008 was ‘God’s global gift’ en voor 2009 ‘X-mas4all’. De diensten werden voorbereid door de leden van de missionaire werkgroep.

 

[5] Deze commissie bestaat uit Cor van Asselt, Theo Biebericher, Annette Hartog en ds. Gerard Kansen.

[6] Dit gesprek is gevoerd vanuit de volgende vragen:

a. Verleden: wie of wat heeft u geholpen om bij het geloof betrokken te raken? (dat kan een persoon, ervaring of gebeurtenis zijn, iets uit uw levensgeschiedenis)

b. Heden: wat inspireert u vandaag om met God te leven?

c. Toekomst: wat verlangt u in toekomst in uw relatie met God?

 

[7] Dit gesprek werd gevoerd naar aanleiding van de onderstaande vragen:

a. Wilt u iets vertellen over wat u mooi vindt aan bidden? Op welke momenten heeft het gebed u geholpen?

b.“Wij hebben een probleem, een probleem met bidden, met samen bidden”. Wat maakt dat bidden soms zo moeilijk lukt?

c. Een van de elementen van gebed is samen bidden, waarbij de verschillende leden een gebed, voorbede of dankzegging uitspreken. Bij deze manier van bidden ervaren veel mensen ‘drempels’.  Welk van de volgende drempels herkent u: 0 Angst voor wat anderen denken van mijn gebed.  0 Gebrek aan ervaring.  0 De angst dat je niet zo goed kunt bidden als anderen. 0 Je bent niet zeker van je relatie met God. 0 Je ervaart een verstoorde relatie met anderen. 0 Je ziet er de noodzaak niet van in.

Vervolgens werden gebedspunten voor de gemeente geïnventariseerd: ‘Waar kunnen we God voor danken?’ en ‘Waar zouden wij Hem voor willen bidden?’

 

[8] Om het belang van het gebed in dit proces te onderstrepen zijn tijdens de ontmoeting van 7 maart  2010 gebedspunten geïnventariseerd. Waar kunnen wij God voor danken en waar om bidden? Wij zijn onze God dankbaar voor de: onderlinge saamhorigheid, gastvrije houding tav gasten, groei van het geloof, geloofsgesprek met elkaar, toename van het aantal kerkbezoekers, inzet van mensen en de (eigentijdse en actuele) manier van preken. Onze voorbede kan als volgt ingevuld worden: openheid voor de Heilige Geest en voor mensen om ons heen, durf om samen te bidden, kracht en volharding, ontkiemen van het zaad van het evangelie, wijsheid om leiding aan de gemeente te geven, toename van betrokkenheid van met name jongeren en jonge gezinnen, verdiepen van de onderlinge band, bereiken van mensen die God niet of niet meer kennen, omzien naar eenzame mensen en doorgaan op de ingeslagen weg.

[9] Het doel van de Gemeente Groei Groepen zijn:

Groeien in geloof: De eerste vorm van groei die wij met en voor elkaar zoeken is geloofsgroei. Wij willen onze Heer Jezus Christus beter leren kennen en dieper doordringen in de rijkdom van de Bijbel. Door in gesprek te gaan over Gods Woord en over de betekenis daarvan voor ons leven elkaar bemoedigen en aanmoedigen de weg van het geloof te bewandelen.

Groeien in gemeenschap: Wij willen elkaar beter leren kennen. Wat is het mooi als mensen zich veilig weten bij elkaar om vreugden en zorgen te delen. Dan wordt het spreekwoord werkelijkheid: “gedeelde vreugd is dubbele vreugd, gedeelde smart is halve smart”. Dat geldt zeker waar we elkaar opdragen aan onze Vader in de hemel.

Groeien in getal: de groep is uitnodigend naar buiten toe. We stimuleren elkaar om andere mensen bij de groep te betrekken. Mensen die we in onze eigen leef- en werkomgeving ontmoeten. Groei in getal houdt de groep fris en naar buitengericht.

Groeien door te delen: Als een groeigroep uit 15 deelnemers bestaat, zal de groei van de groep stagneren. De praktijk van veel kringwerk leert dat. Er ontstaat een vaste groep mensen, die het goed hebben samen, maar voor de buitenwereld afgesloten zijn. De GGG kiest ervoor dat principe te doorbreken. Zodra een groep uit 15 of meer personen bestaat, zal deze groep gedeeld  worden, zodat er twee nieuwe groepen ontstaan.

 

[10] Doel van het project:

1. Rand- en buitenkerkelijken ontmoeten rondom levensvragen.

2. Zicht krijgen op de levenssituatie en vragen van rand- en buitenkerkelijken.

3. Ontdekken of er behoefte is bij hen om gebruik te maken van de diensten van de kerk.

4. Zo mogelijk als kerk aan hun eventuele behoefte ten aanzien van de kerk tegemoet te komen.

Stappen

1. Er is een commissie in de gemeente die leiding geeft aan het project.

2. De bezoekers ontvangen een training vooraf vanuit de IZB.

3. Bezoeken worden georganiseerd en gehouden.

4. Er wordt een avond georganiseerd waarop de uitkomsten van het project worden gepresenteerd.

5. Er wordt gezocht naar mogelijkheden om concreet gestalte te geven aan de wensen die uit het project naar boven gekomen zijn en deze worden ontwikkeld.

Belangrijk

1. Het gaat om het organiseren van een ontmoeting waarin iemand zijn of haar verhaal kan vertellen. Niet om het verzamelen van informatie.

2. Van wezenlijk belang is het vermogen van de bezoeker zich te kunnen verplaatsen in andere meningen, gevoelens enz., en goed te kunnen luisteren.

Data

De training door een medewerker van de IZB vindt plaats op 16, 23 en 30 september 2010.

[11] Uit onderzoek in Engeland, waar deze ‘mixed economy’ methode al veel langer wordt toegepast in veel gemeenten, maar ook in Nederland blijkt dat het beleggen van twee verschillende diensten voor beide diensten positief uitwerkt. Het totaal aantal kerkgangers neemt erdoor toe en het draagt bij aan duidelijkheid in een cultuur waarin steeds meer mensen kiezen wat hen aanspreekt. Een voorbeeld van een gemeente die hier zegen door ondervindt is de Pax Christikerk in Den Haag (www.paxchristikerk.nl). Vanuit deze dienst kunnen na verloop van tijd cursussen worden georganiseerd zoals de Alpha Cursus (www.alpha-cursus.nl), een oriëntatiecursus christelijk geloof of een cursus voor echtparen (www.marriagecourse.nl).